DANCEORIENTATION.EU
#danceisblind
NL  FR  EN

Dans als inclusieve bewegingsvorm voor Hogent

04 maart 2025

Binnen de context van de G-sportdagen aan HoGent wordt bijzondere aandacht besteed aan de toegankelijkheid van sport en beweging voor personen met een beperking. In lijn met deze doelstelling richt deze les zich specifiek op inclusief dansonderwijs voor blinden en slechtzienden. De opleiding Lichamelijke Opvoeding en Ergotherapie bereidt toekomstige professionals voor op het ontwikkelen en implementeren van bewegingsactiviteiten die toegankelijk zijn voor personen met diverse sensorische beperkingen.
Dans speelt een cruciale rol in de motorische, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van individuen, ongeacht hun visuele capaciteiten. Echter, om dansonderwijs toegankelijk en inclusief te maken, is het noodzakelijk om gespecialiseerde didactische en pedagogische strategieën toe te passen. Binnen deze les worden wetenschappelijk onderbouwde methodieken behandeld, met een focus op tactiele en verbale instructietechnieken, ruimtelijke oriëntatie en sensorische compensatie.
Een belangrijk aspect van deze les is de sensibilisering rond inclusief dansonderwijs. Studenten worden zich bewust van de uitdagingen waarmee personen met een visuele beperking worden geconfronteerd en leren hoe zij hun didactische aanpak kunnen aanpassen om een veilige, ondersteunende en inclusieve leeromgeving te creëren. Door theoretische inzichten te combineren met praktijkgerichte toepassingen verwerven studenten de competenties die noodzakelijk zijn om inclusieve sport- en bewegingsactiviteiten te faciliteren.
Deze les sluit aan bij de Belgische onderwijsvisie en de ontwikkelingsdoelen voor leraren en ergotherapeuten, zoals vastgesteld door het Agentschap Hoger Onderwijs en Kwalificatiestructuur (AHOVOKS) en de Vlaamse Onderwijsinspectie. Inclusief onderwijs is in België een fundamenteel recht, verankerd in het M-decreet en verder uitgewerkt in het Leersteundecreet. Dit wettelijk kader stelt dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zo veel mogelijk ondersteund moeten worden binnen het reguliere onderwijs. Deze principes zijn eveneens van toepassing in het hoger onderwijs en binnen de bredere context van sport- en bewegingseducatie.
Bij de opbouw van deze les wordt gebruikgemaakt van de principes van Universal Design for Learning (UDL). Dit onderwijskader streeft naar een flexibele en responsieve didactische aanpak, waarbij verschillende leerstijlen en behoeften worden geïntegreerd in het lesontwerp. Het doel is om studenten inzicht te geven in de wijze waarop inclusieve en evidence-based pedagogische strategieën kunnen bijdragen aan een dansonderwijs dat toegankelijk is voor mensen met een visuele beperking.
Door deze benadering worden toekomstige professionals optimaal voorbereid om inclusieve sport- en bewegingseducatie te implementeren in diverse onderwijs- en zorgcontexten. De opgedane kennis en vaardigheden zullen bijdragen aan het bevorderen van een gelijkwaardige en toegankelijke sportomgeving, waarin personen met en zonder visuele beperking samen kunnen participeren aan dans als expressieve en bewegingsgerichte activiteit.

Lesplan: toegankelijke didactiek en pedagogiek in dansonderwijs voor blinden en slechtzienden (inclusief)
Doelgroep: Hogeschoolstudenten Ergotherapie en LO-Regenten
Duur: 1 uur en 15 minuten
Eigen annexe: universal design for learning

Lesopbouw:
Deel 1: Toegankelijke didactische methodes en Pedagogische opbouw.
Toegankelijke didactiek en pedagogische principes bij inclusief onderwijs
De didactische aanpak die in het lesplan beschreven wordt, valt onder inclusieve didactiek. Dit type onderwijs heeft als kern dat het toegankelijk en effectief is voor alle leerlingen, ongeacht hun beperkingen of behoeften. Hieronder geef ik meer informatie over de toegepaste methodes en hun onderliggende principes:

  • Uitleg:
    • De unieke uitdagingen en kansen van dansonderwijs voor mensen met een visuele beperking. Benadruk inclusie.
  • Betrokkenheid:
    Vraag studenten of zij al ervaring hebben met begeleiden van mensen met een beperking en welke technieken ze al kennen.

Inleiding
Binnenkomst (2 studenten worden aangewezen om de ontvangst te doen van een blinde danser met hond en een slechtziende)
Wanneer de doelgroep binnen is gaan we random vragen stellen in de groep:

  • Met welke uitdagingen komt een trainer in aanmerking voor het lesgeven van een sportdiscipline bij mensen met een visuele beperking?
  • Wat zouden de voordelen kunnen zijn van inclusief dansen zienden en niet zienden?

Dankzij blinden en slechtzienden worden we betere communicatieve trainers
Kennis zorgt voor verandering van de mindset.
Les
Blinddoeken op en dansles geven op koorden. Bachata beginners les eerst op de koorden daarna in koppel 10 min.
Hoe voelt het om niet te zien? Wat waren de belangrijkste tools waarmee je werkte om de bewegingen uit te voeren? Welke didactische technieken kunnen daarvoor worden gebruikt?

    • 1. Gebruik van andere zintuigen dan zien om aan sportbeoefening te doen
    • Welke twee belangrijkste zintuigen kunnen daarvoor worden ingezet?
    • a. auditief – vakinhoudelijk / empathisch naast muziek (belangrijke ankerpunt voor blinden ook duidelijke instructies – belang van de trainer is heel groot)

Auditieve didactiek

  • Wat is het?
    Auditieve didactiek maakt gebruik van geluid, zoals gesproken instructies, muziek, ritme en andere akoestische signalen, om leerinhoud over te brengen.
  • Toepassing in dans:
    • Muziek en ritme helpen om bewegingen te structureren en tijdsgevoel te ontwikkelen.
    • Verbale instructies, zoals beschrijvingen van richtingen (“draai rechtsom”) of acties (“zet een stap naar voren”), ondersteunen de ruimtelijke oriëntatie.
  • Wetenschappelijke basis:
    Onderzoek naar audio-gebaseerd leren toont aan dat mensen met een visuele beperking hun auditieve vaardigheden vaak beter ontwikkelen. Dit maakt auditieve signalen zeer effectief als leerinstrument.
  •  
    • b. Haptisch Welke tools? Ruimte / objecten….

Haptische didactiek

  • Wat is het?
    Haptisch leren richt zich op aanraking en tastzin om bewegingen of concepten over te brengen.
  • Toepassing in dans:
    • Het gebruik van aanraking, zoals een hand op de schouder om een draaibeweging aan te geven, maakt een fysieke verbinding mogelijk tussen instructeur en leerling.
    • Bewegingen kunnen worden "voorgevoeld," zodat de leerling leert door lichamelijke ervaring.
  • Wetenschappelijke basis:
    Haptische begeleiding is gebaseerd op principes uit de kinestherapie en sensorische integratie. Dit type leren versterkt het motorische geheugen en biedt een directere manier om bewegingen te begrijpen. Kunnen jullie ons daar andere voorbeelden van geven? Want wij leren ook graag bij.
  • Voorbeeld ergo: Ergotherapie: Een therapeut beweegt samen met de cliënt een arm om een specifieke spiergroep te activeren ook de hands on begeleiding kan voor deze doelgroep een zeer sterke tool zijn (nieuwe vorm van danstool dat beschreven dient te worden)
  • Actieve betrokkenheid: De begeleider is fysiek aanwezig en werkt samen met de persoon.
  • Praktisch gericht: De nadruk ligt op "doen" in plaats van alleen luisteren of observeren.
  • Directe feedback: De begeleider kan direct bijsturen en aanwijzingen geven tijdens het uitvoeren van de taak.

Het doel van hands-on begeleiding is om iemand niet alleen te laten begrijpen hoe iets moet, maar ook om zelfvertrouwen en vaardigheid op te bouwen door directe ervaring.

  • Ergotherapie: Studenten leren technieken die hen helpen om cliënten met beperkingen te ondersteunen in fysieke revalidatie en dagelijkse bewegingen.
  • Lichamelijke Opvoeding: Studenten worden voorbereid op inclusief onderwijs, waarbij zij leren inspelen op de diverse behoeften van leerlingen.

Ook naar ruimtelijk inzicht en coordinatie toe? (annexe)

    • Ook dit is NIEUW: Bewegingspatronen verdelen in stapsgewijze handelingen.
      Voorbeeld: Het leren van een draai in drie delen: starten met een stap naar voren, draaien van het bovenlichaam, afzetten met de achterste voet.

Waardereflectie bevraging?

    • 2. Hoe pedagogisch omgaan met een blinde of slechtziende sporter in een inclusief verhaal en welke waarden willen we meegeven aan de blinde en slechtziende? Pedagogisch omgaan met een blinde of slechtziende sporter in een inclusief verhaal.
    • a. empathie
    • b. aanpassingsvermogen
    • c. respect voor hun autonomie
    • d. opbouw van waardering, veiligheid, zelfverzekerdheid, doorzettingsvermogen, plezier en verbondenheid, samenwerking en respect

voorbeelden van waarden om mee te geven:
Inclusief sportonderwijs moet gericht zijn op meer dan alleen fysieke prestaties. Het overdragen van kernwaarden versterkt de sportervaring en de persoonlijke ontwikkeling van blinde en slechtziende sporters.
A. Zelfvertrouwen
Sport geeft sporters de kans om te ontdekken wat ze wél kunnen. Door successen te vieren, groeien ze in zelfvertrouwen.
B. Zelfstandigheid
Moedig sporters aan om binnen hun mogelijkheden zelf beslissingen te nemen en acties uit te voeren. Dit versterkt hun gevoel van autonomie.
C. Samenwerking en respect

  • Voor henzelf: Leer sporters hoe ze anderen om hulp kunnen vragen en hoe ze effectief kunnen communiceren.
  • Voor de groep: Inclusieve sporten bevorderen wederzijds respect en leren iedereen dat iedereen een waardevolle bijdrage kan leveren. Hoe?
  • Respect opbouwen voor de hulpverleners (inclusie is ook andersom)

D. Doorzettingsvermogen

  • Sport leert blinde en slechtziende sporters om uitdagingen aan te gaan en te overwinnen.
  • Deze eigenschap kan buiten het sporten worden toegepast, bijvoorbeeld in het dagelijks leven of werk.

E. Plezier en verbondenheid
Sport moet vooral leuk zijn! Het ervaren van plezier en deel uitmaken van een groep versterkt sociale contacten en mentale gezondheid.
Verdeling van de studenten in groepjes met twee doelen:
Didactiek
Elke groep krijgt twee opdrachten

    • Auditief : 1 student vraagt bewegingen uit te voeren terwijl de andere studenten blind zijn.
    • Haptisch: elke student gaat aan de slag met een aangereikt object (balletjes, stretchbanden, magneetbordjes…) of plaats in de ruimte (muur, vloer,…)

Pedagogie
Verdeling van de vragen per groep
Groep 1 (4 studenten): Uitdagingen en obstakels

  1. Welke specifieke uitdagingen heeft u ervaren tijdens de afgelopen vijf jaar in een inclusieve dansschool?
  2. Hoe bent u omgegaan met het verschil in leermethoden tussen uzelf en uw ziende mededansers?
  3. Waren er momenten waarop u twijfelde aan uw plaats binnen de dansschool? Zo ja, wat veroorzaakte deze twijfels?
  4. Welke aanpassingen of ondersteuning vond u het meest effectief bij het overwinnen van deze uitdagingen?

Groep 2 (4 studenten): Invloed op persoonlijke groei en levenskwaliteit

  1. Hoe hebben deze ervaringen u gevormd, zowel op persoonlijk als op professioneel vlak?
  2. Welke vaardigheden of inzichten heeft u ontwikkeld door het dansen in een inclusieve omgeving?
  3. Hoe heeft dansen bijgedragen aan uw fysieke welzijn, zoals balans, coördinatie of kracht?
  4. Welke impact heeft dansen gehad op uw mentale gezondheid, zoals uw motivatie, doorzettingsvermogen of sociale contacten?

Groep 3 (4 studenten): Perceptie, denkwijze en lasten

  1. Heeft het dansen in een inclusieve omgeving uw kijk op uzelf en uw beperking veranderd?
  2. Hoe heeft deze ervaring uw denken over inclusiviteit en toegankelijkheid beïnvloed?
  3. Welke mentale, sociale of fysieke lasten heeft u ondervonden door uw deelname aan een inclusieve dansschool?
  4. Hoe hebt u deze lasten overwonnen of weten te beperken?

Groep 4 (3 studenten): Positieve evoluties en algemene reflectie

  1. Wat ziet u als de grootste positieve evolutie die u door het dansen heeft doorgemaakt?
  2. Welke veranderingen heeft u in de houding of werkwijze van anderen binnen de dansschool waargenomen dankzij uw aanwezigheid?
  3. Wat zou u anderen willen meegeven over uw ervaring met dansen als blinde persoon in een inclusieve omgeving?
  4. Welke aanpassingen of benaderingen vindt u essentieel voor een inclusieve dansomgeving?

Conclusie

Verweving van didactische en pedagogische doelstellingen:
Auditieve en haptische didactiek zijn krachtige tools binnen inclusief onderwijs. Ze stimuleren niet alleen de fysieke vaardigheden van leerlingen, maar ook hun zelfvertrouwen en gevoel van autonomie. In combinatie met empathische en ethische begeleiding ontstaat een leeromgeving die toegankelijk en respectvol is.
Demonstratie door Michèle en Manuel

Bespreek als groep inzichten en uitdagingen.
2. Interactieve activiteit (20 minuten)

  • Opdracht:
    • Studenten begeleiden de blinde danser in een eenvoudige dansactiviteit.
    • Focus op empathie, duidelijke instructies en haptische ondersteuning.
    • Gastspreker geeft feedback op hoe de begeleiding voelt.
  • Reflectie tijdens activiteit:
    • Docent observeert en geeft gerichte tips over communicatie en pedagogische aanpak.

3. Reflectie en afsluiting (10 minuten)

  • Korte groepsdiscussie:
    • Wat hebben de studenten geleerd over het begeleiden van mensen met visuele beperkingen?
    • Hoe kunnen ze deze inzichten toepassen in hun toekomstige praktijk?
  • Persoonlijke reflectie:
    • Laat studenten opschrijven wat hen het meest raakte of inspireerde.

Pedagogische Verwijzingen
Principes: Ethiek, Empathie en Veiligheid

  • Empathie: Studenten ontwikkelen bewustzijn over de impact van hun communicatie en begeleiding. Door zelf geblinddoekt te worden in de oefening, ervaren studenten wat het betekent om te vertrouwen op een begeleider. Dit verhoogt hun empathisch vermogen. Empathie helpt studenten zich in te leven in de situatie van een ander. Dit is cruciaal bij inclusief onderwijs, omdat het begrip creëert voor unieke uitdagingen van leerlingen met beperkingen.
  • Praktijkgericht leren: Het ervaren van beide rollen (begeleider en blinde deelnemer) vergroot inzicht en begrip.
  • Veiligheid: Het creëren van een veilige ruimte, fysiek en emotioneel, is essentieel bij het werken met kwetsbare doelgroepen.

Ethiek: Dit betekent dat begeleiders alleen aanraking gebruiken met toestemming en duidelijke uitleg geven bij elke stap, zodat de leerling zich veilig en gewaardeerd voelt.
Veiligheid en vertrouwen

  • Belang in pedagogiek:
    Veiligheid vormt de basis voor elke leerervaring. Fysieke veiligheid (ruimte zonder obstakels) en emotionele veiligheid (ruimte voor fouten en vragen) zijn essentieel.
  • In praktijk:
    • Creëer een omgeving waarin blinden of slechtzienden zonder angst kunnen bewegen.
    • Geef duidelijke grenzen aan, zoals waar de leerling kan lopen of dansen, en begeleid hen stap voor stap.

3. Ervaringsgericht leren voor jong en oud als een hoofdingrediënt voor inclusie!
Doelen van de les:

  1. Studenten ontwikkelen inzicht in didactische methoden gericht op dansonderwijs voor blinden en slechtzienden (auditief en haptisch).
  2. Studenten oefenen met het toepassen van pedagogische vaardigheden zoals empathie, duidelijke communicatie, veiligheid en vertrouwen.
  3. Studenten reflecteren op de ethische en emotionele aspecten van het werken met mensen met visuele beperkingen.
  4. Steeds aandacht voor het inclusieve karakter van een les.

Verschillende oefeningen komen aan bod.
Auditief: De studenten krijgen allemaal een blindedoek op om bachata te leren dansen op 8 tellen. Ze leren de basispassen en de connectie met elkaar. Hiervoor dienen ze heel goed te luisteren naar de instructies en het ritme van de muziek. Ze leren op deze manier hun hoorzintuig te gebruiken op een scherpere manier. Ze vinden het heel fijn om doen en gaan op in kameraardschap met elkaar.
Haptisch: De studenten krijgen allemaal tastvoorwerpen die wij onder de noemer “dancetools” benoemen. Elke groep krijgt een ander voorwerp.

  1. Een stretchband
  2. Het magnetenbord met de voetjes
  3. Goochelballetjes
  4. En elkaar (dus een ander persoon)

Een strechband:
De studenten gebruiken de stertchband op verschillende manieren. Zo laten ze hun medestudenten over de band gaan door eerst auditief instructies te geven over het heel hoog plooien van de benen om dan over de stretchband te geraken. Een andere manier is dat ze deze gebruiken om een connectie te vormen met elkaar en in laatste instantie om de eigenlijke bestemming spieren te stretchen. Zelf gebruiken wij de stretchband om Jimmy’s uit te voeren in dans. We stellen 2 mensen recht tegenover elkaar, stretchen de band en laten een 3de niet ziende persoon telkens met de schouder tegen de band tikken. Dit wordt zelfstandig gedaan. De band is op dezelfde hoogte aangebracht als de schouders zelf. Dit kan van traag naar snel.
Het magnetenbord met voetjes wordt eigenlijk door de studenten op dezelfde manier gebruikt als wij dit doen.
Voor de goochelballetjes gaan de studenten op de grond zitten met de benen gespreid en de voeten tegenelkaar in een cirkel. Ze geven de balletjes door, door telkens op de voet te tikken, tegelijkertijd stuwen ze een ander balletje de cirkel in dat moet worden opgevangen door een andere persoon.
Het gebruik van elkaar: dat laatste is heel grappig want een student wil rug aan rug van de grond naar omhoog komen en Manuel doet zijn uiterste best. Het beeld is hillarisch.
Dans als Inclusieve Bewegingsvorm voor Blinden en Slechtzienden
Binnen de context van de G-sportdagen aan HoGent wordt bijzondere aandacht besteed aan de toegankelijkheid van sport en beweging voor personen met een beperking. In lijn met deze doelstelling richt deze les zich specifiek op inclusief dansonderwijs voor blinden en slechtzienden. De opleiding Lichamelijke Opvoeding en Ergotherapie bereidt toekomstige professionals voor op het ontwikkelen en implementeren van bewegingsactiviteiten die toegankelijk zijn voor personen met diverse sensorische beperkingen.
Dans speelt een cruciale rol in de motorische, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van individuen, ongeacht hun visuele capaciteiten. Om dansonderwijs toegankelijk en inclusief te maken, is het noodzakelijk om gespecialiseerde didactische en pedagogische strategieën toe te passen. In deze les worden wetenschappelijk onderbouwde methodieken behandeld, met een focus op tactiele en verbale instructietechnieken, ruimtelijke oriëntatie en sensorische compensatie.
Oefeningen en Methodieken
Auditief: De studenten ervaren dans vanuit een auditieve invalshoek door een blinddoek te dragen terwijl ze bachata leren dansen op een ritme van acht tellen. Hierbij concentreren ze zich volledig op de verbale instructies en de muzikale begeleiding, wat hun auditieve waarneming verfijnt. Daarnaast stimuleert deze oefening de onderlinge verbondenheid en samenwerking, wat resulteert in een sterke groepsdynamiek en een gevoel van kameraadschap.
Haptisch: Om het lichaamsbewustzijn en de ruimtelijke oriëntatie te vergroten, maken studenten gebruik van verschillende tastbare hulpmiddelen, de zogenaamde "dancetools". Elke groep krijgt een ander voorwerp toegewezen:

  1. Stretchband
    • De stretchband wordt op diverse manieren ingezet. Studenten begeleiden hun mededansers over de band door middel van auditieve instructies, waarbij ze de nadruk leggen op het hoog optillen van de benen.
    • De band wordt ook gebruikt als verbindend element tussen danspartners, waardoor het contact en de coördinatie versterkt worden.
    • Daarnaast wordt de stretchband ingezet voor spieractivatie en stretching.
    • Wij zelf gebruiken ze voor het gebruik van een specifieke oefening – namelijk de shimmy’s (of schouderbewegingnen). Het houdt in dat twee studenten de band strak gespannen houden op schouderhoogte, terwijl een derde, blinde of slechtziende deelnemer, zelfstandig met de schouder tegen de band tikt. De intensiteit kan hierbij geleidelijk opgevoerd worden.
  2. Magnetenbord met voetjes
    • Dit hulpmiddel wordt gebruikt als een ruimtelijk oriëntatie-instrument. Studenten gebruiken het bord om posities en bewegingsrichtingen te simuleren en zich bewust te worden van de structuur van een danspatroon.
  3. Goochelballetjes
    • De studenten kozen ervoor om in een kring te gaan zitten, met hun benen gespreid en de voeten tegen elkaar. Ze geven balletjes door, en dit door op de voet te tikken met een balletje terwijl ze tegelijkertijd een ander balletje de cirkel in rollen. Deze oefening traint een snel reactievermogen.
    • Zelf gebruiken wij de balletjes om de positie van de vingers bij handstyling te gaan bepalen in een danschoreo. Niet alleen de positie van de vingers tegen over het volledige hand maar het wordt ook gebruikt als positiebepaling tegen over het volledige lichaam.
  4. Gebruik van het eigen lichaam en elkaar
    • Het laatste experiment bracht de groep in een mix van uitdaging en hilariteit. Manuel en een student proberen rug aan rug van de grond omhoog te komen, een oefening die zowel kracht als samenwerking vereist. Manuel vastberaden om de zwaartekracht te trotseren, ging tot het uiterste, terwijl zijn partner dapper probeerde de opwaartse beweging te coördineren. Het resultaat was een komisch maar leerzaam moment, waarin de kracht van lichaamssamenwerking en doorzettingsvermogen op speelse wijze werd ervaren.

Door deze methodieken te combineren, ontwikkelen studenten een dieper begrip van hoe dans toegankelijk kan worden gemaakt voor blinden en slechtzienden. De oefeningen versterken niet alleen motorische en sensorische vaardigheden, maar dragen ook bij aan een inclusieve en plezierige leerervaring. Danceorientation wil de studenten van harte danken voor hun particpatie, hun enthousiasme en hun vindingrijkheid. Danceorientation wil HoGent bedanken voor deze sensibiliseringscampagne en de mogelijkheid ze hun studenten geven om in praktijk te leren omgaan met sport en handicap.

 
Tekstbeschrijving bij de foto's

foto 1: selfie van Michèle en Manuel met een groep studenten 

foto 2: selfie van Michèle en Manuel met een andere groep studenten 

foto 3: studenten dansen bachata in koppel op een lijn 

foto 4: student heeft een bordje in de hand en probeert de figuur uit te voeren 

foto 5: student heeft een bordje in de hand en probeert de figuur uit te voeren 

foto 6: student heeft een bordje in de hand en probeert de figuur uit te voeren  

foto 7: student heeft een bordje in de hand en probeert de figuur uit te voeren 

foto 8: twee studentes hebben bordje in de hand en proberen de figuur uit te voeren, ze glimlachen 

foto 9: student heeft bordje in de hand en een andere student kijkt toe hoe die de figuur tracht uit te voeren 

foto 10: selfie met Michèle en een studentengroep 

foto 11: de dancetools (dansmaterialen) zijn mooi uitgestald: magentenborden, goochelballetjes, evenwichtsborden, de clave (muziekinstrument), de stretchband 

foto 12: nieuw doosje met de bordjes 

foto 13: bordje met de voetjes in de danspas 

foto 14: klimrek

foto1: de studenten dansen in de turnzaal foto2: de studenten dansen in de turnzaal foto3: de studenten dansen in de turnzaal foto4: de studenten dansen in de turnzaal foto5: de studenten dansen in de turnzaal foto6: de studenten dansen in de turnzaal foto7: de studenten dansen in de turnzaal foto8: de studenten dansen in de turnzaal foto9: de studenten dansen in de turnzaal foto10: de studenten dansen in de turnzaal foto11: de studenten dansen in de turnzaal foto12: de studenten dansen in de turnzaal foto13: de studenten dansen in de turnzaal foto14: de studenten dansen in de turnzaal