DANCEORIENTATION.EU
#danceisblind
NL  FR  EN

Tips voor lesgevers en trainers

30 juni 2021

Inleiding In juni 2021 werd mij door danssport Vlaanderen gevraagd om enkele van de tips voor lesgevers en trainers op papier te zetten. Door corona zou het artikel pas een jaar later worden gepubliceerd binnen de VTS-trainersdocumentatie voor een trainersprogramma voor les geven aan dansers met visuele beperking. Aangezien ik de laatste tijd alsmaar meer kennis verzamel over dansen met blindheid zal ik het artikel voor danssport Vlaanderen in 2022 herschrijven en pimpen. Maar alvast kregen we groen licht om mijn kennis met jullie te delen op onze site in dit artikel specifiek gericht tot de lesgever. Veel leesplezier en inzage toegewenst. 

Expliciet taalgebruik, woorden zoals: rechts, links, voor, achter, schuin, 90°, 180°, 360° zijn belangrijke en primordiale aanwijzingen voor een basiscursus dansen met slechtziendheid of blindheid. 

Welkom in de wereld van de blinden waarbij
1. geluid en
2.tast
de belangrijkste tools zijn voor hen. 

Deze twee werkvormen zijn dan ook heel belangrijk in een cursus “dans voor blinden” en dienen met zorg en aandacht systematisch en ordelijk te worden gebruikt door de lesgever.
Dit schrijven is een inleiding tot gebruik van deze twee werkvormen.
Praktische benodigdheden: 

Voor de danser:
Wandelstok / stok (korte of lange maakt niet uit afhankelijk van de plaats)
Goede geluidsinstallatie / microfoon – klaar taalgebruik
Goede schoenen 

In de dansruimte:
Effen vloer
Stuk vrije muur
Rechthoekige panelen van 1 m op 2 m
Stoel
Punt om hond vast te maken die baas kan blijven zien 

Daarnaast is het creëren van een repetitief kader belangrijk en handig. De slechtziende kan hierdoor een routine verwachten dat hem of haar zal helpen. 

Met een repetitief kader bedoelen we: 

1. Aanspreekpunt (er is best iemand die de blinde of slechtziende opvangt) Ruimte (dient steeds gelijk te zijn opgesteld) Verloop (repetitief verloop van de les – ook ervoor en erna) Aanspreekpunt of ontvangst door een (liefst vaste) vrijwilliger, danser, …. Zeg wie je bent, vraag hoe men het liefst wordt begeleid (op de schouder, de elleboog, links, rechts), aai de blinde geleide hond niet wanneer die zijn harnas nog aan heeft, begeleid de slechtziende naar een vaste plaats.
2. Vaste plaats voor voorbereidend werk: plaatsen van stoel, vastmaken hond – water geven hond (de hond is een harde werker, vergeet niet voor je aan de les begint van het dier drinken te geven, vaak is deze al enige tijd op de baan en is een drankje en een welverdiende pauze goed voor zijn nieuwe taak na de danslessen)
3. Na aanwijzen van stoel zorgen dat stok, dansschoenen, drinkbus bij de hand zijn
4. Dansles begint: aanwijzen dansplaats in de zaal
5. Elke les informeert/communiceert de lesgever over de aanwezigheid van niet– zienden aan de zienden in geval van inclusief en hoe de procedure van de les zal verlopen (de opbouw) 

Opwarmingsoefeningen 

Blinden hebben over het algemeen veel moeilijkheden met orientatie van het hoofd en ook vaak de schouders. Dit heeft een oorzakelijk verband. Onderzoek wees uit dat dit komt doordat ze in eerste instantie minder prikkels binnen krijgen dan ziende mensen, maar daarnaast ook omdat ze hieromtrent weinig tot geen feedback krijgen. Dit is het geval bij blindgeborenen maar ook voor mensen met een afwijkende ziekte. Extra aandacht op opwarmingsoefeningen zijn dus niet alleen interessant voor de lenigheid, maar ook voor de stimulans en verdere onderhoud van de algemene motorische vaardigheden van het lichaam. 

1. Hoofd:
Recht voor
Volledig naar links
Volledig naar rechts
Naar beneden
Naar boven 

2.Schouders: klassieke schouder opwarmingsoefeningen, waarbij we duidelijk aangeven welke schouder naar voor en naar achter dient te worden bewogen, in welke snelheid en hoeveel keer. Opmerkzaam blijven bij het naar voor en naar achter bewegen van de schouders. 

3. Heupen gaan – voor en achter, draaibewegingen 

4. Bouncen moeilijk (moeilijke relatie op-neerwaartse beweging) 

De inclusieve dansles 

1. Ruimtelijke opstelling & geluid voor de slechtziende
a. Begeleid de slechtziende naar een vaste plaats. Hou hierbij rekening met de micro en de muziekbox als je les geeft met een microfoon. De slechtziende zal zich richten naar de muziekbox en niet naar jou. Zorg dat de slechtziende op een aangename afstand staat van het geluid maar dat je als lesgever de slechtzienden goed kan zien. Duid de plaats aan zodat ziende dansers ook hier vertrouwd geraken met het repetitieve karakter van dansen met blinden of slechtzienden.
b. Het vastnemen van de schouders van je danspartner zorgt voor een betere connectie, je ziet niet wie voor je staat maar je kan op die manier wel een inschatting maken van de fysieke persoon voor u. Het stelt je in staat om te bepalen hoe groot of klein je je armbewegingen uitvoert. Deze laatste is belangrijk daar het je de mogelijkheid geeft om een galante leider te zijn.
c. Voor sommige oefeningen zoals de bounce techniek in basis is het handig wanneer de slechtziende achter de ziende komt te staan en ipv voor elkaar achter elkaar danst met handen op de schouders – zorgt voor het creeêren van een kadans / begrijpen van de ritmiek
d. Voelen is soms een must, de beweging laten uitvoeren door de ziende terwijl de blinde voelt: heupen, knieen. Vele blinden slepen met de voeten en tonen weinig beweeglijkheid in de knieën, om dit op te losse voelen aan de knieen van de ziende partner
e. Sommige dansfiguren laat je beter achterwege of pas je beter aan. Bv. het gebruiken van inhaken is niet altijd even aangenaam voor de danspartner. Omdat de blinde niet altijd de exacte verhoudingen tov van zijn/haar danspartner kan inschatten, is het beter als lesgever om bepaalde oefeningen niet te gaan doorduwen, zo worden ongelukken vermeden zoals elleboog tegen neus, bril, kaak van de danspartner die met de slechtziende/blinde danst. Wijs de blinden op dit gegeven voordat de oefening of figuur wordt aangeleerd binnen een inclusieve les en zeg ook waarom deze figuur of oefening beter niet wordt gedanst in bv. socials. Voor salsa bv kan je ipv een setenta et uno een setenta con rumba aanleren. Het verschil tussen beide figuren is een halve meter, en zo kan er veilig plezier gemaakt worden.
f. wandelstok als horizontale 0 lijn voor voeten en geluid (lesgever/muziek) 

2. Ruimtelijke opstelling & geluid voor de ziende danspartner
a. Als ziende danspartner dien je met enkele zaken rekening te houden. Beter gezegd, het is belangrijk van te kijken voor “2”. Dansen met een slechtziende heeft ook zo zijn voordelen. Je zal dubbel attentief zijn waardoor je de danstechniek beter zal beheersen en onder de knie krijgen.
b. Handige protocol
- Zeg wie je bent en wat je gaat doen (in het geval de lesgever geen gezamenlijke opdracht geeft)
- Hou de afstand tussen jou en je slechtziende danspartner zoveel mogelijk gelijk dit zal hen in staat stellen om de onderlinge verhoudingen per figuur onder de knie te krijgen
- Kijk regelmatig naar de handen van de slechtziende. Als de slechziende de leider is, dan dien je ten alle tijden te moeten inspelen op het verpakken van de handen, is de slechziende de volger, dan zal je een fractie voor op de seconde van de dans zijn of haar hand dienen te nemen.
- Laat weten wanneer je weg gaat
- Het vertrouwd dansen met een danspartner is wel handig, teveel wisselende danspartners kunnen in het begin voor heel veel fustratie zorgen bij de slechtziende, later wanneer de danser comfortabeler is zijn meer wisselende danscontacten zeker mogelijk 

3. Contact & tast
Sommige dansstijlen houden er een permanent lichaamscontact op na, het mooiste voorbeeld is de Antiliaanse en Braziliaanse Zouk waarbij men, indien men geen handcontact heeft, contact heeft met het bovenlichaam (denk maar aan de Argentijnse tango), de volledige armen (Wals), of contact met de knieen. Ook voeten naast elkaar, voor elkaar, kunnen een mooie indicator zijn, bv. heel vaak van toepassing bij de authentieke en urban kizomba. 

4. Sociaal:
We kwamen tot de conclusie, dat doordat men niet ziet, veel sociale connectie wordt gemist, daarnaast zorgt de maatschappij voor fysieke barrières, wat normaal is. Maar in het geval van slechtzien tov dans mist men hierdoor een groot gegeven. Het is alsof de slechziende in een andere eigen, en gesloten wereld leeft, dat vooral alleen is. Om een betere sociale connectie te hebben met de mensen die wel zien, raden we het volgende aan om erbij te horen: in onze huidige maatschappij hebben mensen nood aan een luisterend oor. Door een luisterend oor te zijn kunnen slechtzienden en blinden een belangrijke sociale rol op zich nemen: interesse tonen in de mensen hun verhaal, wie ze zijn, wat ze doen, wat hun passies en vreugdes zijn, maar ook hun moeilijkheden zal voor een band zorgen. Het zal de blinde in staat stellen om ook invulling te geven aan een maatschappelijke verantwoordelijkheid tov anderen. We hopen dat ze hiermee meer los gekoppeld worden van de eigen “ik” wereld en als mens kan groeien naar “een wij” gegeven. 

Solo oefeningen of exclusief dansen
Covid-19 zorgde binnen de danswereld voor heel wat uitdagingen. Ook voor digitaal lesgeven aan blinden was dat het geval. Privélessen of digitaal lesgeven op solobasis kunnen in een zelfde configuratie worden ingezet.
In elke vorm zijn duidelijke aanwijzingen heel belangrijk, bv. 2 stappen naar links, 3 stappen achterwaarts.
Het gebruiken van de wandelstok is het handigste middel om om het even waar en hoe danstechnieken te gaan aanleren.
Voetenwerk met de stok als hulpmiddel a. de stok als horizontale hulplijn. De voeten en het lichaam in nul positie t.o.v. het geluid.