Vragen, bedenkingen, mogelijkheden : Een dialoog met Piet Devos
Op dinsdag 16 november had ik een eerste ontmoeting met Piet Devos. Piet is schrijver, kunstkenner, criticus, bevrager, denker. Zijn website: www.pietdevos.be Op vijfjarige leeftijd kreeg hij een zeldzame netvliesaandoening retinoblastoom en werd hierdoor blind. Uitermate interessant verwoordt hij zijn aandoening als volgt: “mijn dubbelzijdige ervaring van zien en niet-zien riep de vragen over onze waarneming op die me op latere leeftijd aan het denken en het schrijven zouden zetten.”
Wanneer ik dit dan lees en mij ons eerste gesprek terug voor de geest haal denk ik dan prompt bij mezelf: “Wat een fantastisch gegeven” en dit met groot “uitroepingsteken !
Het leven op deze manier benaderen moet een uitzonderlijke rijkdom met zich meebrengen. Het “zijn” als volledige harmonieuze vormgeving. Een waardevol cadeau dat slechts enkelingen kunnen vatten door gezegend te zijn met een diep geworteld bewustzijn binnen ruimte en tijd in het universum.
Ons uurtje babbel, mondde dan ook uit in een vier uur durende reflectie over kunst en uiteraard meer specifiek over dans. Tot mijn enthousiasme, geraakten we maar niet uitgepraat en het babbelen ging maar door en door tot zelfs de laatste seconden alvorens hij de trein terug opstapte richting Kortrijk. Door zijn biografie bladerend, kwam al snel zijn liefde voor het woord tot uiting. Dat Piet heel veel belang hecht aan woorden, woordenesthetiek, woordkeuzes, woordvariatie is uiteraard logisch want hij is schrijver.
Piet bij deze: “Ik voel mij een beetje timide, ik ben dyslectisch en heb geleerd met vallen en opstaan te schrijven, nooit met tegenzin, integendeel, altijd met veel plezier, maar toch steeds een beetje overschaduwt met een kleine grijs wolkje. In jouw denkwereld en patronen zou ik het omschrijven als een zonnige dag, waarbij je de heerlijke warmte van de zon op je lichaam voelt en dat plotseling, weleenswaar heel kort, wordt verstoord door een wolkje aan de hemel.
a. Zeg ik dat goed? Zou jij dat zo zien?
Een interessant gegeven vind ik je zoektocht tussen de relatie van ziende referenties en overige zintuigelijke waarnemingen. Je doet dit o.a door woord en klank te gaan plaatsen tegenover kleur. Daarbij catalogeer je naast letters ook cijfers en koppel je ze aan een specifieke kleur. Voor jou gelden de volgende waarheden:
Volgorde:
1 – lichtblauw
2 – rood
3 – groen
4 – geel
5 – blauw
6 – zwart
7 – bruin
8 – zwart
b. Ik kom onmiddellijk met een eerste vraag : Denk je dat je kleuridentificaties ook toepasbaar zijn op dans?
c. Waar haal je jouw inspiratie van elke kleur gekoppeld aan een cijfer vandaan? Ik trek graag de lijn door en vervang als oefening het cijfer door een tel.
Want zoals je vermoedelijk wel weet, bestaan de meeste danszinnen uit acht tellen: 1 2 3 4 5 6 7 8
Er zijn acht tellen in de meeste standaardansen, hiphop, streatdance, ragga, breakdance andere voorbeelden zijn:
Samba: het accent ligt op de eerste en derde tel
Wals: het accent ligt op de eerste tel
Quickstep: accent op de tweede en derde tel
Salsa: het accent ligt op de eerste en vijfde tel, de vierde en achtste tel worden niet gedanst
Bachata: accent ligt op de vierde en achtste tel En ga zo maar door….
Met deze bedenking kom ik terug op onze telkens wederkerende vraag:
d. Hoe zit het met esthetische genotservaring bij blinden en slechtzienden in deze opstelling? Kunnen we een deeltje van deze vraag onderzoeken door (naar mijn mening, subjectieve) kleuranalyse te gaan bevragen en voor te leggen aan blinde dansers?
e. Kunnen we misschien denken aan het creëeren van een esthetische universele barometer voor blinden en slechtzienden ten overstaan van een beweeghandeling gekoppeld aan een danstel?
Ik zou heel graag denken van wel. Stel je voor dat een tel in een dansbeweging definieerbaar door het te koppelen aan een kleur. Stel dat we deze oefening zouden maken en uitzoeken. Wat een absoluut inzicht zou dat betekenen voor zienden om zo het esthetische gevoel en de emotie te vatten zoals blinden dat ervaren. Kleuren gaan altijd gekoppeld met het oproepen van een bepaalde emotie. We noemen het kleurenpsychologie. Maar kleur is ook illusionair.
En daarom stel ik mij onmiddellijk kritisch de vraag
f. In welke mate is dit niet allemaal subjectief? In welke mate is dus de toegewezen kleurkeuze subjectief?
Woorden, gesprek, beschrijvingen lijken in mijn korte ervaring met blinden heel belangrijk te zijn. Ik besluit daaruit dat ze beschrijvingen in het algemeen als aangenaam en waardevol beschouwen. De manier waarop kleuren gedefinieerd worden, is ook opnieuw niet objectief, zelfs afhankelijk van een taal. In verschillende talen worden kleuren anders benoemd, dus zo wie zo geldt de stelling van subjectiviteit. Het koppelen van een danstel aan een kleur echter beleef ik als ziende in deze context mogelijks als een exacte verademing. Een welgekome pauze voor de ziende om zich in het denkbeeld van de blinde te verplaatsen en te begrijpen. Zoals Piet het in één van zijn betogen benadrukt zijn we zeker in de Westerse maatschappij zeer visueel opgevoed en hierin zwaar geconditioneerd. Daarbij benadrukte ik al meerder malen dat de blinde of slechziende ook een verantwoordelijkheid draagt in het tot elkaar komen en benaderen van simultane genotsprikkels (in ons gevalvoor dansesthetiek). Het creeëren van een kleurenpallet door een blinde is streven naar 100% benadering tot en begrijpen van. Piet dit lijkt mij heel interessante materie om verder uit te zoeken.
Met dit tweede schrijven over esthetiek en de vraagstellingen daaromtrent kom ik nu al terug op mijn eerdere bevragingen:
In het artikel over Abramovic stel ik de wereld vragen omtrent esthetische waarde en blind zijn. Ik vervolledig dit door te melden dat ik deze vragen repetitief aan mezelf en aan de blinde stel. Ik vermoed dat dit een werk wordt van lange adem. Tot mijn eerste bevinding moet ik nu al enkele zaken gaan herbekijken, eventueel bij sturen of herontdekken. Piet opende als het ware de doos van Pandora. Daarbij sluit ik aan bij Piet dat onderzoek naar multisensorische ervaringen voorrop staat en als hoofdtitel moet worden omschreven.
Echter moeten we de inventiviteit van een visuele classificatie aan de hand van kleur als hulpmiddel bij de ziende tegenover het plaatsen van een tel in de beweging voor de blinde of slechtziende benoemen (voor dans in het algemeen of meer bepaald voor de ziende danser en zelfs nog verder gaand, de klassieke benadering van dansesthetiek, dat tot op heden voor het overgrote deel de algemene regel is ).
Door een kleur te gaan “plakken” op een “tel” zouden we mogelijks een duidelijke oplossing kunnen bieden voor een eventuele algemene beweegclassificatie voor zowel de blinde als ziende danser.
Wat een mooie toenadering! Dank je wel Piet.
Als vervolg stuur ik je de vragen in dit artikel door, maar hier moet wel degelijk verder worden over nagedacht. Ik kijk uit alvast uit naar het vervolg.